Het moment dat elke student vroeg of laat moet trotseren: de bachelorproef of thesis. Voor veel studenten voelt het alsof je opeens voor een gigantische berg staat die onmogelijk te beklimmen lijkt. Je hoort horrorverhalen van ouderejaars over slapeloze nachten, stress en eindeloze verbeteringen. Maar eerlijk ? Als je er slim en op tijd aan begint, is het helemaal te doen. Kotplanet heeft een paar tips om je goed op weg te helpen.
Heb jij ook stage ? Zo combineer je de twee !
1/ Kies een onderwerp dat je echt boeit
Dit klinkt misschien vanzelfsprekend, maar je gaat maanden met je onderwerp bezig zijn. Uren in de bibliotheek, bronnen lezen, notities maken en erover schrijven… dat is geen pretje als je het saai vindt. Kies daarom een thema dat jou oprecht aanspreekt of aansluit bij je interesses. Heb je een passie voor sociale media, duurzaamheid of psychologie ? Kijk of je die kan linken aan je studie. Het maakt de hele ervaring minder zwaar en je bent veel gemotiveerder om eraan te werken.
Geen idee welk onderwerp kiezen ? We helpen je !
2/ Zoek en overleg met je promotor
Je promotor is degene die je gaat begeleiden en dus ook je reddingsboei wanneer je het even niet meer weet. Maak dus snel een afspraak om je ideeën te bespreken en duidelijk te krijgen wat haalbaar is en wat niet. Soms heb je zelf een groot idee dat in de praktijk niet uitvoerbaar blijkt, of omgekeerd: je denkt te klein terwijl er veel meer mogelijkheden zijn. Door vanaf het begin duidelijke afspraken te maken met je promotor, vermijd je dat je later heel je werk moet omgooien.
3/ Maak een duidelijke planning
Een thesis of bachelorproef schrijf je niet op een paar dagen. Deadlines lijken in het begin ver weg, maar voor je het weet is het mei en zit je in paniek. Breek je werk daarom op in kleine, concrete taken: onderzoek doen, literatuur verzamelen, schrijven, herwerken, feedback vragen… Plan dit in je agenda of gebruik een handige app zoals Notion of Google Calendar. Door stap voor stap te werken, hou je controle en vermijd je dat alles zich opstapelt.
4/ Begin met een structuur
Een lege pagina kan je echt afschrikken. Daarom is het slim om te starten met een duidelijke structuur. Maak een schema met de hoofdstukken die je sowieso nodig hebt: een inleiding waarin je je probleemstelling uitlegt, een theoretisch kader waarin je de bestaande literatuur bespreekt, een methodologie waarin je uitlegt hoe je onderzoek zal doen, de resultaten en tenslotte een conclusie. Zo’n skelet geeft je houvast en je kan gaandeweg elk deel verder invullen.
5/ Stel haalbare doelen
Veel studenten maken de fout om te denken dat ze ineens tien pagina’s per dag moeten schrijven. Dat werkt niet. Beter is om kleine, haalbare doelen te stellen. Bijvoorbeeld: vandaag werk je één paragraaf uit, of je zoekt vijf extra wetenschappelijke bronnen. Door je doelen kleiner te maken, krijg je sneller een gevoel van vooruitgang en blijf je gemotiveerd. Het is een marathon, geen sprint.
6/ Vraag feedback op tijd
De grootste fout die studenten maken ? Alles afwerken en pas op het einde naar hun promotor stappen. Het resultaat: een hoop werk dat volledig herzien moet worden. Durf dus regelmatig feedback te vragen, ook al is je tekst nog niet perfect. Je promotor kan je op het juiste spoor houden en dat bespaart je heel wat stress in de laatste weken.
